“De afwezigheid van oorlog betekent nog geen vrede”

In het militair kwartier Saint-Laurent in Luik ontving het Belgische vorstenpaar één voor één de hoge genodigden. Van hieruit vertrokken ze onder strenge bewaking naar Cointe. Daar begroetten ontslagnemend premier Elio Di Rupo en vicepremiers Didier Reynders en Pieter De Crem hen aan de Heilig-Hartkerk, het Monument van de Intergeallieerden. Alvorens plaats te nemen op de tribune, prikte elk staatshoofd een witte roos in een bloemenkrans.
Bij de schouwing van de troepen, afkomstig van het Bataljon 12/13 Linie, boog de Koning krachtig en respectvol voor het vaandel. Hij begon zijn toespraak met dezelfde woorden als die waarmee koning Albert I op 4 augustus 1914 het Parlement toesprak: “Als onze hoop ijdel blijkt te zijn, als we het hoofd moeten bieden aan de invasie van ons grondgebied en onze gezinnen die bedreigd worden moeten verdedigen, dan zullen we – hoe zwaar die ook is – onze plicht vervullen, gewapend en vastberaden om de grootste offers te brengen.”
“De afwezigheid van oorlog betekent nog geen vrede. Vrede is veel meer dan dat”, ging de Koning verder. Hij drong er bij de staatshoofden op aan dat een politieke verstandhouding nodig is voor vrede en dat vrede nooit duurzaam is als zij niet gemeenschappelijk ondersteund wordt.
De Duitse president Joachim Gauck vergeleek de aanval op België met de doos van Pandora, waaruit in miljoenenvoud onheil, ellende, verminking en dood voorkwam. “Deze oorlog begon in West-Europa met de door niets te rechtvaardigen inval van Duitsland in het neutrale België”, sprak hij. In naam van al zijn landgenoten bedankte hij alle Belgen voor het feit dat zij al zeer snel na beide wereldoorlogen de hand ter verzoening hebben uitgestoken. “Laten we niet alleen in woorden van herinnering en herdenking, maar ook door ons doen en laten in heden en toekomst tonen, dat we onze les ook werkelijk hebben geleerd.”, besloot president Gauck.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog sneuvelden er in ons land ook veel soldaten van het Britse Gemenebest. Prins William sprak uit naam van de Britse koningin Elizabeth zijn dank uit voor de eer en de moed van onze toenmalige strijdkrachten en burgerbevolking. Hun opoffering en bijdrage waren cruciaal voor de uiteindelijke overwinning.
Twee kanonschoten weerklonken toen koning Filip een bloemenkrans neerlegde voor de slachtoffers van WO I. Na een minuut stilte en de Last Post liet een meisje een witte ballon op als teken van vrede en verzoening, gevolgd door duizenden ballonnen in de kleuren van de vlaggen van de uitgenodigde landen.
Later weergalmden twaalf schoten over de vallei, voor het verzet van de twaalf forten rond Luik. Die stad had de droevige eer om het eerste slagveld te zijn. Daarom stelde de Internationale federatie van Oud-strijders in 1925 voor om in Luik een monument op te richten ter ere van alle geallieerden.